De Philodendron is een bekende kamerplant die goed te verzorgen is. De plant staat het liefst op een plek in de (half)schaduw. Zorg dat de grond lichtvochtig is, zonder dat de wortels in een laag water staan. Doordat deze kamerplant zo makkelijk is, in het onderhoud, is de plant in vele kantoren te vinden.
Veel Philodendron soorten komen van oorsprong uit het regenwoud van Zuid-Amerika. Deze makkelijke kamerplantensoort heeft in Nederland een aantal populaire varianten zoals de Monstera Deliciosa (Gatenplant), Imperial Green, Xanadu en Philodendron Scandens.
De Monstera is eigenlijk geen Philodendron, maar een plantensoort op zichzelf. Wel wordt de plant vaak een Philodendron genoemd en hebben beide plantsoorten dezelfde soort verzorging nodig. Daarom valt op onze website de Monstera ook onder de Philodendron.
Meer over de verzorging van de Philodendron lees je op deze pagina.
Philodendron water geven
De grond van een Philodendron moet in de lente en zomer lichtvochtig blijven. De plant zelf verbruikt niet veel water. Ook is de Philodendron gevoelig voor een teveel aan water. Geef daarom de plant niet te vaak water. Je kan de kamerplant opnieuw water geven, zodra de grond begint op te drogen. In de winter mag de grond ongeveer een weekje droog aanvoelen.
De watergifthoeveelheid is afhankelijk van verschillende factoren, zoals de standplaats en grootte van de kamerplant. Begin daarom met kleine hoeveelheden water per gietbeurt. Is de grond na 4 dagen nog steeds erg nat, geef dan minder per gietbeurt.
Steek regelmatig een vinger, tot twee knokkels diep, in de grond om te controleren of de grond vochtig aanvoelt. Bij een nieuwe kamerplant is het verstandig om dit regelmatig te doen. Na enkele keren watergeven, leer je vanzelf hoeveel en hoe vaak jouw Philodendron water nodig heeft.
Watersysteem
Als je de kamerplant opmaakt met vulcastrat en een watermeter, verandert de watergift. Hierbij geef je de plant eenmaal per drie weken water en in de winter eens per 6 weken. Geef water tot het moment dat de watermeter omhoog beweegt. Let op; het water zakt langzaam naar beneden, de watermeter reageert dus vertraagd. Naast waterregulatie heeft vulcastrat ook het voordeel dat het natuurlijke voedingsstoffen bevat. Het bevat voldoende voeding voor 6 maanden.
Sproeien
We raden aan de Philodendron regelmatig te sproeien. Vooral de klimmende exemplaren, met luchtwortels, worden graag gesproeid. We raden aan om minimaal 1x per week te sproeien. Het is goed voor de vitaliteit van de plant, omdat het stof verwijdert. Hiernaast kan het ervoor zorgen dat eventueel beginnend ongedierte wordt verwijderd.
Licht en warmte
Waar kan je een Philodendron het beste neerzetten? Deze planten doen het goed op een plek met minder zonlicht. Zet de plant op een plek in de (half)schaduw. Vermijd direct zonlicht, vooral het felle zonlicht in de middaguren.
Plaats deze kamerplanten het liefst 3-4 meter voor een raam op het noorden, 4 meter op het oosten/westen, of 5-6 meter voor een raam op het zuiden. Deze afstanden zorgen ervoor dat de kamerplant maximaal 3 uur direct zonlicht ontvangt.
De Philodendron Imperial green is hierop een uitzondering, deze staat graat iets lichter, namelijk een halfschaduwlocatie. Vooral in de winter is deze plant gevoeliger wanneer er te weinig licht de plant bereikt. De plant kan bij te weinig licht bruine vlekken met een geel randje krijgen. Vergelijkbare symptomen als te veel water geven. Het staat ook nauw met elkaar in verband, omdat een plant op een donkerdere locatie minder water verbruikt.
Minimale temperatuur
Overdag: | 15℃ |
's Nachts: | 12℃ |
Philodendron verpotten
Wanneer is het handig om de Philodendron in een grotere pot te zetten? Een Philodendron verpotten kan direct na aanschaf of in het voorjaar. In het voorjaar heeft de plant de meeste energie om eventuele beschadigde wortels te herstellen. Gebruik voor het verpotten een plantenbak die minimaal 20% groter is dan de oude plantenbak of kweekpot. Gebruik bij voorkeur Kokos potgrond bij het verpotten:
- Luchtig van structuur; overtollig water draint eenvoudig weg.
- Kokos houdt voldoende water vast.
- Compacte potgrond kan geen ongedierte zoals rouwvlieg meenemen.
Oudere exemplaren hoeven niet per se verpot te worden. Hier kan je ook de losse bovenlaag vervangen met nieuwe verse grond. Het verpotten naar een nieuwe plantenbak is wel beter voor de plant. We raden aan de plant eens in de twee jaar in een grotere pot te zetten. De plant krijgt hierdoor meer ruimte om te ontwikkelen en meer natuurlijke voedingsstoffen tot beschikking.
Voeden van de Philodendron
Geef de Philodendron in de lente – en zomermaanden voeding, dit is de groeiperiode van de plant. Geef vooral geen voeding in de herfst en winter, de plant is dan namelijk in rust, dit kan schade veroorzaken aan de plant. In de lente en zomer kan je de plant wekelijks voeding geven.
Je kan hiervoor algemene kamerplantenvoeding gebruiken. Lees voor gebruik altijd de gebruiksaanwijzing voor de dosering en instructies. Geef de plant nooit meer voeding dan wordt aanbevolen, ook niet na een periode dat de binnenplant geen voeding heeft gehad. Een teveel aan voeding is heel erg schadelijk voor de Philodendron, de grond wordt hier namelijk erg zuur van en dat kan leiden tot schade aan het wortelgestel.
Philodendron onderhouden
Verkleurde bladeren
Als de bladeren van de Philodendron verkleuren kan dit komen door de verzorging. Ook kan het zijn dat de plant de oudere bladeren afstoot om ruimte te maken voor nieuw blad. In dit geval zijn het vaak de bladeren aan de onderkant van de plant. Als het veel bladeren zijn die plots verkleuren, verspreid over de plant, kan het komen door een verkeerde verzorging.
Bruine of gele bladranden komen, bij een Philodendron, vaak door een teveel aan water. In dit geval raden we aan minder vaak en met kleinere hoeveelheden water te geven. Ook is het verstandig de grond om de zoveel tijd te controleren door je vingers, tot twee knokkels diep, in de grond te stoppen.
Als het blad een gelige gloed krijgt en slap gaat hangen, dan komt dit hoogstwaarschijnlijk door een teveel aan zonlicht. Plaats in dit geval de plant een meter verder van het raam. Houdt de periode erna de plant goed in de gaten.
Snoeien
Klimmende Philodendrons zijn gemakkelijk te leiden langs een mosstok of gaasrek. Een uitloper kan het beste teruggeleid worden naar de mosstok. Zo kan je een Philodendron dus mooi in vorm houden. De plant zal door middel van luchtwortels ook zelf zichzelf vastbinden aan een mosstok/gaasrek.
Ook kan het geen kwaad om, met een schaar, te lange uitlopers af te knippen. Dit doe je door het blad bij het uitlooppunt af te knippen. Zorg er wel voor dat je niet te veel bladeren afknipt. Ook kan je gemakkelijk lelijke bladeren en oude stengels wegsnijden/knippen.
Philodendron stekken
Bij de Philodendron is het per soort verschillend hoe je het beste de plant kan stekken. Bij klimmende soorten, zoals de Monstera en Scandens, kan je een stengel met luchtwortel afknippen van de plant. Zet dit stekje, met de luchtwortel, in het water. Zorg dat er minimaal twee bladeren aan het stekje zitten, en dat de bladeren en de stam niet in het water staan.
De niet klimmende soorten zijn de vermeerderen door middel van zaden of als de plant kleine plantjes aanmaakt naast de stam. Deze plantjes kan je vervolgens verwijderen en in het water of in de vochtige grond plaatsen.
Stekjes doen het vooral goed bij een temperatuur van rond de 23 graden. Om het stekje meer overlevingskans te geven, raden wij aan een plastic zak over de plant te doen. Op deze manier wordt de luchtvochtigheid en de temperatuur verhoogd.
Bloeit de Philodendron?
Het komt bijna nooit voor dat een Philodendron bloeit in de huiskamer. Als de kamerplant toch gaat bloeien, kan je de bloemen het beste afknippen. De geur van deze bloemen is namelijk niet altijd aangenaam. Ook onttrekt het de plant veel energie, die de plant ook in het blad en wortels kan steken.
Giftig
De meeste Philodendron soorten zijn giftig bij inname. Vooral katten hebben de neiging om op de bladeren te kauwen. Dit kan de nieren aantasten. Neem bij inname contact op een huis- of dierenarts.
Ziektes
Philodendron soorten hebben, over het algemeen, niet snel last van ongedierte. Vooral de soorten met harder blad, zoals de gatenplant, hebben hier minder last van. Als de plant toch last krijgt van bijvoorbeeld wolluis, dan kan je beter zo snel mogelijk actie ondernemen. Verwijder zoveel mogelijk ongedierte met een vochtige doek en behandel de plant vervolgens met ongediertebestrijding, dit kan zowel chemisch als biologisch.