De Kalanchoë is een makkelijk te verzorgen kamerplant. We raden aan de plant neer te zetten op een plek met veel licht, echter zal de plant het ook prima doen op een (half)schaduw locatie. De plant wordt dan alleen minder mooi en groeit minder hard. De plant heeft weinig water nodig. Geef de plant vooral niet te veel water, hier kan de Kalanchoë slecht tegen.
Deze bloeiende potplant heeft veel verschillende soorten. Veel soorten hiervan zijn afkomstig uit Madagaskar, maar er komen ook soorten voor in China. De succulent-achtige staat vooral bekend om de bloemen. De bloemen zijn er in verschillende soorten en kleuren.
Meer over de verzorging van de Kalanchoë kamerplant lees je op deze pagina.
Kalanchoë water geven
De Kalanchoë kan best een tijdje zonder water. Zorg er dus voor dat de grond rondom een Kalanchoë goed opdroogt, voordat je weer water geeft aan de plant. Voorkom ten alle tijden dat de Kalanchoë in een te natte grond staat. Als dit het geval is zullen de bladeren sponzig worden en zal de plant het niet overleven.
Geef de plant kleine scheutjes water per keer. De hoeveelheid water is afhankelijk van de plek, waar de plant staat, en de grootte van de plant. Ook hoef je de plant in de winter minder water te geven, dan in de zomerperiode.
Je kan het beste controleren of je goed water geeft, door een vinger tot twee knokkels diep in de grond te stoppen. Is de plant na een paar dagen nog heel nat, dan geef je te veel water. Is de aarde na een dag alweer droog, dan mag er een klein scheutje bij.
Watersysteem
Als je de kamerplant opmaakt met vulcastrat en een watermeter verandert de watergift. Hierbij geef je eenmaal per drie weken water. Let op; het water zakt langzaam naar beneden, de watermeter reageert dus vertraagd. In de winter kun je eenmaal per zes weken water geven.
Sproeien
Vanwege de harde bladeren van de Kalanchoë is het niet nodig deze kamerplant te sproeien. Wel kan het helpen om, om de zoveel tijd, met een vochtig doekje even het stof van de bladeren te verwijderen.
Licht en warmte
De Kalanchoë is een erg makkelijke kamerplant. Je kan hem in direct zonlicht plaatsen maar ook op een donkere standplaats, tot wel 6 meter van een raam. De bladeren zullen een rode gloed krijgen, als de plant veel natuurlijk licht ontvangt. Als de plant donker staat kan het zo zijn dat de bladeren donkerder van kleur worden.
Over het algemeen raden we een plek aan met veel indirect licht of een plek in de halfschaduw.
Overdag: | 6 ℃ |
'S nachts: | 2 ℃ |
Kalanchoë verpotten
Verpotten van een Kalanchoë kan je het beste doen direct na de aanschaf of in het voorjaar. In het voorjaar is de plant in ontwikkeling en zullen eventuele beschadigingen aan de wortels sneller herstellen.
Gebruik voor het verpotten een sierpot die minimaal 10% groter is dan de originele plantenbak of kweekpot. Verpot de Kalanchoë met universele potgrond, speciale cactuspotgrond of vulcastrat. We raden aan de plant om de 2 à 3 jaar te verpotten, zodat de plant gezond door kan groeien. Controleer hierbij wel of de wortels voldoende gegroeid zijn.
Bijvoeden van de Kalanchoë
Aangezien de Kalanchoë een vetplant is, die van nature in zware omstandigheden overleeft, haalt de plant al de natuurlijke voedingsstoffen uit de grond. Hierdoor is bijvoeden in eerste instantie niet nodig.
Als je na een tijdje toch wil bijvoeden, gebruik dan speciale Pokon Cactusvoeding. Lees hierbij eerst de verpakking en gebruik liever te weinig voeding dan te veel voeding. Een teveel aan voeding kan schadelijk zijn voor de plant.
Kalanchoë onderhouden
Verkleurde Bladeren
Als de Kalanchoë te veel water krijgt, krijgt het blad vaak bruine of gele randen. Ook kan het dat er gele/bruine vlekken ontstaan op het blad of dat er blad uitvalt.
Als de bladeren donkergroen worden, is dit een teken dat de plant te weinig licht ontvangt. De plant zal niet direct afsterven, maar controleer regelmatig of de bladeren nog stevig van structuur zijn.
Bij direct zonlicht kan het zo zijn dat de bladeren van de Kalanchoë een rode gloed krijgen. Dit kan niet direct veel kwaad, maar blijf wel de plant controleren.
Snoeien
De Kalanchoë hoeft niet gesnoeid te worden. Wel raden wij aan om dode bladeren en verdorde bloemen te verwijderen, ter behoud van de sierwaarde. Let op dat het sap van de Kalanchoë irriteert en lichtelijk giftig is. Was dus altijd je handen na het snoeien.
Als je de plant toch wilt snoeien, is het gewoon mogelijk stammen en bladeren van de Kalanchoë af te knippen. Let hierbij wel op dat je niet te veel van de plant afsnoeit. De knipsels kan je gebruiken als stekjes voor een nieuwe plant.
Kalanchoë stekken
De Kalanchoë is een kamerplant die makkelijk te stekken is. Dit kan op twee manieren een stengelstek of door een bladstek. Bij beide opties raden we aan het stekje even op te laten drogen. Dit kan zowel in als buiten de grond.
Bij de stengelstek knip je een tak van de plant af, van ongeveer 10 cm, net onder een blad. Haal de onderste bladeren weg, tot je bovenin 3 à 5 bladeren hebt. Stop het stekje vervolgens in de droge aarde. Controleer na twee weken of het stekje al geworteld is, door een klein beetje te trekken aan het stekje. Als er weerstand is, is de plant wortels aan het aanmaken. Je kan dan een klein beetje water geven.
Bij een bladstek kies je een gezond blad die je van de plant afhaalt. Deze laat je een paar dagen drogen en stop je vervolgens in de droge aarde met enkel het kleine bladsteeltje. Na twee weken controleer je het stekje op dezelfde manier als hierboven en geef je, indien er wortels zijn, het stekje water. De bladstek groeit minder snel dan een stengelstek.
De bloemen van de Kalanchoë
De Kalanchoë heeft mooie bloemen en kan meerdere keren bloeien. Verwijder hiervoor de uitgebloeide bloemen met steel en plaats de plant vervolgens 5 weken in een donkere ruimte. Zet hierna de plant weer op de normale plaats neer en binnen 3 weken zullen de bloemen weer verschijnen. De bloemen van de Kalanchoë komen voor in diverse kleuren zoals; rood, wit, geel en oranje.
Giftig
Het sap van de Kalanchoë is giftig. Neem contact op met de huis- of dierenarts na inname. Ook raden we aan je handen te wassen na het snoeien van de plant.
Ziektes
De Kalanchoë is een vetplant, hierdoor heeft de plant een harde bladstructuur en is de kamerplant niet heel gevoelig voor ongedierte of ziektes. Als de plant toch last heeft van ongedierte raden wij aan dit te bestrijden.